Culemborg was een welvarende handelsnederzetting die al stadsrechten kreeg in 1318. Tot 1714 maakte Culemborg als zelfstandige heerlijkheid geen deel uit van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Misdadigers en mensen met schulden konden hier terecht voor asiel.
Asielrecht
Culemborg was een vrijstad met markt- en asielrecht waar het Hollandse recht niet gold. Deze vrijplaats kreeg een wat dubieuze reputatie in de 16e en 17e eeuw. Misdadigers en mensen met schulden in de Republiek konden in de stad Culemborg asiel krijgen en daarmee justitie en schuldeisers elders in de Republiek ontlopen. In Amsterdam betekende in die tijd de uitdrukking ‘naar Cuylenborg gaan’ dat men failliet was en zich aan de verantwoordelijkheden daarvan onttrok. Wat overigens niet wil zeggen dat het in Culemborg een anarchistisch zooitje was: hier gold wel het plaatselijke recht.
Elisabeth van Culemborg
De laatste telg uit het huis Van Culemborg was Elisabeth. Als weldoener was zij van grote betekenis voor de stad. De schatrijke Elisabeth liet een nieuw stadhuis bouwen en stichtte het Elisabeth Gasthuis, een hofje met huizen voor oude mannen en vrouwen. Uit haar erfenis werd in 1560 ook nog een weeshuis gebouwd. Het kasteel waar Vrouwe Elisabeth ooit woonde, is in het rampjaar 1672 door Franse troepen verwoest. Alleen de kasteeltuin is nog over.
Het Jan van Riebeeck huis
Op 21 april 1619 werd in Culemborg Jan van Riebeeck geboren, misschien wel bekendste Culemborger ooit. In 1652 stichtte Van Riebeeck Fort de Goede Hoop in de Tafelbaai, de eerste Europese kolonie op Zuid-Afrikaanse bodem. Samen met 90 kolonisten zette hij een verversingsstation voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie op. De VOC-schepen konden daar vers water en vooral groente en fruit inslaan op weg van Nederland naar Batavia. Jan van Riebeeck wordt in Zuid Afrika nog altijd gezien als de grondlegger van de Republiek Zuid Afrika. Zijn geboortehuis in Culemborg is omgedoopt tot ‘Jan van Riebeeck huis’.
Lees meer