Het burchtterrein van de Aldenborch is nog steeds goed te herkennen op de luchtfoto. Het dorp was vroeger altijd verenigd met Beesd in ”Het Ambt van Beesd en Rhenoy” met eigen Schout en Schepenen.
Net als zovele kastelen was De Aldenborch leenroerig aan het Vorstendom Gelre en Graaf-schap Zutphen. In dit Vorstendom regeerde de hertogen van Gelre. Ridder Rudolph de Cock had de Aldenborch met wat erbij hoorde (landerijen en de rechten van de heerlijkheid Rhenoy) in 1255 in leen gekregen van zijn overgrootmoeder Jolente van Gelre, regentes van Henegouwen. In een oorkonde uit 1265 lezen we dat Ridder Rudolph de Cock zijn bezittingen tussen Beesd en Leerdam ruilt (met goedkeuring van zijn kinderen, Henricq, Gijsbert en Wilhelmus) met graaf Otto van Gelre, met de kerspels Hien, Opijnen en Neerijnen.
Verder lezen we in de boeken van de hertogen van Gelre, dat in 1392 de ambtman van Beesd en Rhenoy aangesteld wordt.
Wy Willem van Gulick, bi der genaden Gaids hertoge van Gelre end greve van Zutphen, doin kunt allen luden mit dissem apenen brieve end bekennen, want wy heren Bruusten van Herwynen, riddere, gemact hebben unsen aamptman in unser stat tot Saltbomel end in Boemelreweert, in Tielrewert, int Beesde end tot Rynay.
Via verkoop en vererving komt de Aldenborch in handen van Clara van Haeften die gehuwd was met Gijsbert van Tuyll, hun zoon Willem van Tuyll van Bulckenstein krijgt van zijn moeder in 1593 de Aldenborch en de daarbij behorende leen rechten van de graaf van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen.
Acquoy 2022 © A. F. Verstegen, CC-BY.
Kasteel Aldenborch is onderdeel van de kastelenroute West Betuwe 1: Lingeroute, welke tot stand is gekomen door Stichting Kunst & Cultuur West Betuwe (SKCWB) m.m.v. de Historische Kring West Betuwe. Kijk hier voor meer informatie over de kastelenroute.
Lees meer