Op oude kaarten als die van Henricus Verstralen uit 1621 is te zien dat er in die tijd in de Nieuwstad nog niet veel bebouwing was. Dit ‘huysken ende hoff’ is goed te herkennen. Het was een speelhuis: een soort zomerverblijf met een eigen tuin die (in 1800) ‘Vogelenzang’ genoemd werd.
Het bakstenen pandje heeft een dwars zadeldak tussen trapgevels. Op de verdieping tussen beide kruisvensters met halve luiken prijkt een smeedijzeren sieranker uit de bouwtijd. Een geprofileerde bakstenen lijst sluit de gevel af. Binnen is er een plafond waarvan de moerbinten rusten op geprofileerde sleutelstukken.
Rond 1615 was het pand eigendom van burgemeester Frederik van Winssen, die het vermoedelijk ook heeft laten bouwen. Van Winssen was aanvankelijk kloosterling en later proost van de abdij van Mariënweerd. Hij werd protestant en is uiteindelijk burgemeester van Culemborg geworden. Onder zijn bewind is in 1609 de ‘Ronde Haven’ buiten de Goilberdingerpoort aangelegd. De contouren van die haven zijn nog steeds te zien in de uiterwaard achter de Kleine Buitenom. Van Winssen overleed in juli 1617 en werd begraven in de Sint-Janskerk. Daarna verkreeg de familie Van Tienhoven dit bijzondere gebouwtje en na haar de familie Hakkert. In Het huizenregister van 1805 staat vermeld dat de familie Hakkert al ‘zedert onheuglijke tijden’ eigenaar was. Het pandje is eind twintigste eeuw gerestaureerd.
Lees meer